Daar ga ik dan. In mijn eentje naar Lissabon.
Vorig jaar wist ik al dat ik in juni daarheen zou gaan om een congres te bezoeken. Henny en ik maakten toen het plan om er samen heen te gaan zodat we er direct een tweeweekse vakantie aan vast konden knopen. Ik ben niet dol op vliegen, dus dat scheelt weer een vliegreis. Minder vliegen is trouwens ook beter voor het milieu… Toch?
Enfin, de leukemie gooide roet in het eten. Vliegen is zo ongeveer de grootste bacterie-uitwisseling die je kunt bedenken en dus niet verstandig. Henny bleef thuis. Ik probeerde hem nog allerlei goede raad te geven voordat ik vertrok, over dingen waar hij misschien niet bij nadenkt, waar ik normaal altijd voor zorg.
Niks leuks aan die leukemie
Hij bracht me naar Eindhoven Airport en daar namen we afscheid voor 4 dagen. Met mijn enorme koortslip kon ik hem niet eens gedag zoenen. Niks leuks aan die leukemie.
Voor mij staat deze week in het teken van weer opkrabbelen na de behandeling van vorige week. Vanaf maandag gaat het al weer wat beter. De eetlust komt weer terug en stukje-bij-beetje ook de energie. Eind van de week met het lekkere weer kunnen we fijn op ons balkon zitten. Niet echt in de zon, want dat is momenteel niet verstandig vanwege mijn medicatie. Vrijdag een middagje de stad in: even op een terrasje een boterhammetje in goed gezelschap. Het leven begint weer een beetje kleur te krijgen, net als de natuur rondom ons appartement, en is het waard om geleefd te worden.
De afgelopen week stond in het teken van de vierde chemo, met voor de eerste keer 100% medicatie.
Ik trek een nummertje bij de politheek en blijf wachten terwijl Henny vast naar de dagbehandeling gaat voor zijn immunotherapie-infuus.