Pijnlijke hobbels bij het controlebezoek

Dinsdagavond 16 mei

Morgen staat het bezoek aan de hematoloog in de agenda. Maar deze avond heeft Henny opeens hevige pijn in zijn buik. Het lijkt op een niersteenaanval, zoals hij al vaker gehad heeft. Nadat hij eerder op de dag al wat paracetamolletjes slikte omdat hij zich niet helemaal lekker voelde, neemt hij ’s avonds ook nog wat naproxen. Deze pijnstillers – waar ik niet zo’n fan van ben – helpen meestal het beste. Gelukkig neemt na een poos de pijn af, waarmee ons dilemma ‘dokter bellen of niet’ vervalt. Hierna slaapt hij gewoon lekker de hele nacht door.

Woensdag 17 mei

In de spreekkamer zegt de hematoloog dat ze tevreden is over de meeste bloedwaarden, behalve over een aantal waarden die onder andere met de lever te maken hebben. Sommige waarden zijn namelijk opeens extreem veel hoger dan gebruikelijk. Hoewel ze denkt dat de pijnstillers dit veroorzaakt kunnen hebben, vindt de hematoloog de uitslagen toch dermate zorgelijk dat ze wil dat Henny volgende week opnieuw bloed laat prikken.

Maandag 22 mei

Deze ochtend gaat Henny opnieuw langs de polikliniek om bloed te laten prikken. ’s Middags belt de hematoloog op met de uitslag: ze is opgelucht om te zien dat de betreffende waarden inmiddels behoorlijk gedaald zijn. Nog niet helemaal terug op het eerdere niveau, maar geruststellend genoeg. Er hoeft geen verder onderzoek gedaan te worden. In september gewoon terugkomen voor de 4-maandelijkse controle.

Wat een paar pijnstillers zoal met je lijf doen, is best eng eigenlijk. Want het was echt niet méér dan de meeste mensen gebruiken als ze pijn hebben en zeker het niet maximum dat je volgens bijsluiter mag gebruiken.

We zijn ons weer even bewust geworden van het feit dat bij het minste of geringste de alarmbellen afgaan. En ook dat het op een keer geen ‘vals alarm’ zal zijn.