Vorige week dinsdag stond er opnieuw een controle gepland bij de hematoloog, de eerste controle in 2017. De vorige was alweer 4 maanden geleden. Time flies.
Na het bloedprikken gaat het bloed per buizenpost naar het lab en dan is het wachten op de hematoloog. Zij heeft dan de resultaten al gezien wanneer ze ons komt halen. Tijdens haar begroeting en de wandeling door de gangen naar haar spreekkamer valt aan haar gezicht en houding niets af te lezen over de uitslag van het bloedonderzoek.
En? Hoe was het in Cuba?
Ze laat ons zoals altijd netjes voorgaan de spreekkamer in. Waarbij ze normaal gesproken het gesprek altijd opent met: “hoe gaat het?” zei ze nu: “en? hoe was het in Cuba?”.
Nadat we even over onze reis naar Cuba hadden gesproken, waarbij we o.a. ook over de grote armoe vertelden, ging ze de uitslagen met ons bespreken: “Het ziet er allemaal goed uit. De cijfers en de onderverdeling zijn precies zoals we willen hebben. De medicatie, het is ruim 1½ jaar geleden *) heeft goed haar werk gedaan.”
Die Trump zal er wel voor zorgen dat ze voorlopig nog arm blijven
Vervolgens het lichamelijk onderzoek. Terwijl ik op de behandeltafel ga zitten en zij de stethoscoop aan haar oren doet, zegt ze nog: “die Trump zal er wel voor zorgen dat ze voorlopig nog arm blijven in Cuba”. Voordat ik daarop kon antwoorden zei ze: “ja, zucht maar even”. En na grondig onderzoek was dat ook allemaal goed.
Tot over 4 maanden.
*) Achteraf hadden we pas in de gaten wat zij met “ruim 1½ jaar geleden” bedoelde. Wanneer de leukemie binnen 1½ jaar weer terug zou komen, dan had de medicatie niet het gewenste resultaat bereikt en zou een andere behandeling moeten volgen.
In een brief aan de huisarts schreef de hematoloog in september 2016: “Samenvattend is er bij patient ruim een jaar na afronden van de behandeling met R-FC kuren voor een B-CLL met een ongunstig risicoprofiel sprake van een voortdurende remissie/rustige situatie.”
Ons Cuba avontuur ligt alweer enkele weken achter ons. We maakten een bijzondere reis door een bijzonder land. De natuur is er prachtig en het weer ook, met een temperatuur van rond de 28 graden overdag en ’s nachts 21 graden. Elke dag rond een uur of drie kwam er een regenbui, vandaar dat alles er groen is.
Maar er is veel armoede en vergane glorie! Sinds de revolutie is alles van de staat, dus veel mensen voelen zich niet verantwoordelijk voor bijv. onderhoud van hun huis. En door het jarenlange handelsembargo wás/is er ook niet veel materiaal voorhanden. Dat was ook merkbaar aan een aantal hotels waar we sliepen. Bij eentje waren bijvoorbeeld de muren zwart van de schimmel. Nou ik kan je zeggen dat dat niet lekker slaapt in die vieze lucht!
Maar hoeveel armoede er ook is, de bevolking leeft met en van muziek en dans. Overal zag en hoorde je die typisch Cubaanse muziek, live gespeeld in restaurants, bars, maar ook gewoon op straat. Geweldig!
We hadden een leuke gids die mooie verhalen kon vertellen. Grappig was dat hij zijn verhalen telkens met verkleinwoordjes doorspekte. Zo zie je op de foto een schoolklas in “een kleine dorpje”, maar er waren bijvoorbeeld ook “hele grote parkjes”. Al met al hebben we veel meegemaakt, gezien en ervaren. Toch gaan we de volgende keer weer een iets relaxter uitstapje kiezen! Aan het einde van de reis waren we eigenlijk aan vakantie toe. 😉
Vervolgens doet de hematoloog lichamelijk onderzoek waarbij ze uitgebreid naar de longen luistert en voelt of er sprake is van opgezette lymfklieren of ingewanden. Met een “nee hoor, ik voel niks” sluit ze het onderzoek af.