Na het bezoek aan de hematoloog gaan we eerst langs de politheek om het recept voor de chemotherapie in te leveren, zodat we dat straks (hopelijk) alleen nog hoeven op te pikken.
Via een binnendoortje blijkt het een stuk korter om bij de afdeling dagbehandeling hematologie te komen. Bij het aanmelden krijgt Henny weer een ‘all-inclusive’ bandje om zijn pols. Ik moet voor het eten gewoon betalen.
Annete, een resolute roodharige verpleegkundige, prikt met vaardige vingers de infuusnaald in Henny’s ader en start het infuus op, nadat ze heeft nagerekend dat de oppervlakte van Henny 1,92m2 is. Het infuus met Rituximab wordt langzaamaan steeds iets hoger gezet. Dat moet nu sneller kunnen dan de vorige keer. Maar zodra Henny (na de 2e keer opschroeven) meldt dat hij last heeft van tintelingen in zijn vingers en rond zijn mond, zet ze ‘m weer wat lager. “Dan doen we het gewoon wat rustiger aan hoor.”
Nadat ik een poosje naast hem heb zitten lezen, besluit ik maar vast (voordat de lunchpauzes beginnen) bij de politheek te gaan informeren of de medicijnen, die straks mee naar huis moeten, al klaarliggen. En ja, ze liggen klaar, maar moeten nog wel door de apotheker gecontroleerd worden. Hm, toch wachten dus. Maar gelukkig duurt het niet heel lang. Met medicijnen en een broodje uit het restaurant ga ik terug naar boven.
Zijn lijf moet ook zo hard werken!
Henny is voor zijn doen nogal stil, ligt ook wat te dutten en heeft geen zin in de lekkere dingen die hij van de ‘lunchbuffetkaart’ kan bestellen. Omdat hij zelf ook wel beseft dat hij beter wel iets kan eten, neemt hij een volkorenboterham en roggebroodje met kaas en een beker karnemelk.
Nadat hij dat op heeft, knapt hij ook weer een beetje op. Misschien kwam hij brandstof te kort? Zijn lijf moet ook zo hard werken!
Kort na de lunch zit de Rituximab er in, nog even doorspoelen en dan wordt het infuus losgekoppeld. We kunnen naar huis.