De schrik

Ik kan het eerst nog niet geloven, wil het niet geloven. Henny heeft nergens last van, behalve dat stomme bobbeltje in zijn hals. En de huisarts zegt zo maar even dat hij leukemie heeft en zo snel mogelijk naar de hematoloog moet?

Maar… als het nu echt leukemie is, wat staat ons dan te wachten? Leukemie kan heel snel gaan. We hebben het zo fijn samen. Kan je nou echt zo’n ernstige ziekte onder de leden hebben zonder er iets van te merken? Gaat hij dood? Allerlei scenario’s gaan door mijn hoofd. Hoe lang hebben we nog? Wat gaat die ziekte doen met zijn lijf? Moet ik straks verder zonder hem? Neeeee, ik wil niet zonder hem!

Ik kan het niet laten en ga wat googelen en vind info over leukemie op de website van het Radboud UMC. Er zijn verschillende soorten en aan de hand van de beschrijvingen besluit ik maar alvast dat het één van de chronische vormen moet zijn. Daar ga je tenminste niet binnen de kortste keren aan dood.

Na het telefoontje van de huisarts komt Henny naar huis en als hij arriveert ben ik weer wat rustiger. We houden elkaar stevig vast. Dan praten we er wat over, maar we hebben veel te weinig info om er iets zinnigs over te zeggen. En ik vind het te moeilijk om mijn gevoelens en angsten meteen uit te spreken. Ik ben bang dat we samen in een diepe put storten als we allerlei doemscenario’s hardop uitspreken.

We moeten eerst maar eens het (kennismakings)gesprek met de huisarts en vervolgens het consult bij de hematoloog afwachten.